Waarom het Nederlands elftal in de groepsfase nauwelijks tot uitgespeelde kansen kwam (en hoe het tegen de Verenigde Staten beter kan)
Hoewel Nederland als ongeslagen groepswinnaar geplaatst is voor de knock-outfase van het WK in Qatar, is er veel kritiek op het vertoonde spel van Oranje. Vooral het spel in balbezit laat nog veel te wensen over volgens de bondscoach zelf, de analisten op tv, én de zeventien miljoen bondscoaches voor de tv. In deze blog zoeken we op basis van individuele tactische analyses uit waarom het Nederlands elftal tot nu toe niet lukt om veel kansen te creëren, en laten aan de hand van deze analyses zien waar nog mogelijkheden liggen om tegen de VS (en het liefst daarna ook nog) tot effectiever balbezit te komen.
Wat vertelt de data?
Met vijf goals voor en slechts één goal tegen lijkt er op het oog weinig aan de hand met de prestaties van het Nederlands elftal in de groepsfase. Als je echter iets dieper duikt in de onderliggende statistieken, zien we dat Nederland een expected goal difference (xGD)* van -0.4 noteert na de wedstrijden tegen Senegal, Ecuador en Qatar. De tegenstanders van Oranje hebben dus meer xG gecreëerd dan Nederland zelf.
Dat is grotendeels te wijten aan het lage aantal kansen dat Nederland zelf heeft gecreëerd. Met een xG van 2.3 na drie wedstrijden (dat is 0.77 per wedstrijd), scoort Nederland samen met Marokko het laagste van alle groepswinnaars. Nederland staat zelfs gedeeld 27e van de 32 in het klassement van alle WK-deelnemers qua xG. En dat terwijl Nederland in de poule van het WK zit met de laagste gemiddelde FIFA-ranking.

Het lukt Nederland tot nu toe dus nog niet om tot (grote) kansen te komen. Om er achter te komen hoe dat komt, hebben wij van alle spelers van het Nederlands elftal individuele video-analyses gemaakt in de drie wedstrijden tot nu toe. De resultaten daarvan delen we in deze blog.
*xGD is het verschil in xG voor en xG tegen. xG is een statistiek die meet hoe groot de kans op een goal is van ieder schot. Als je een negatief xGD hebt, heeft de tegenstander meer xG gecreëerd dan jij.
Effectiviteit van het balbezit
Aan het percentage balbezit ligt het niet. Nederland heeft gemiddeld 57 procent balbezit, en heeft in de poulefase 1568 passes verstuurd. Met dit balbezit heeft het Nederlands elftal 25 schoten gelost. Dat komt neer op meer dan 60 passes per schot. Als we dat vergelijken met een aantal WK-favorieten zien we het volgende:

Van deze vier landen heeft alleen Spanje met hun befaamde tiki-taka voetbal nog meer passes nodig om tot een schot te komen dan Nederland. Als we echter nog een stap verder kijken, en berekenen hoe veel passes ieder land nodig heeft om tot 1 xG te komen, wordt duidelijk dat Nederland ineffectief is in balbezit.
Nederland heeft bijna 700 passes nodig om tot 1 xG te komen. Met dat aantal passes speelt Frankrijk ongeveer 3 xG bij elkaar.
Voorwaarden voor effectiever balbezit
De grote vraag is nu: hoe kan het Nederlands elftal meer en betere kansen creëren met het balbezit wat ze hebben? Hoe kunnen ze er voor zorgen dat ze tegen Amerika minder passes nodig hebben om tot 1 xG te komen?
Op basis van de individuele analyses die wij hebben gemaakt vielen er meerdere dingen op die het moeilijk maakten om doelgericht te kunnen aanvallen. Eén aspect sprong er, vanuit de analyses, in onze ogen uit wat voor zorgde dat het Nederlands elftal minder doel gericht richting de goal van de tegenstander kon spelen: het positioneren van de middenvelders.
Het probleem is niet zozeer dat de middenvelders niet aan de bal komen. Frenkie de Jong (78), Marten de Roon (75), Steven Berghuis (67), en Teun Koopmeiners (52) geven allemaal meer dan 50 passes per 90 minuten. Alleen Davy Klaassen scoort hier iets lager, met gemiddeld 38 passes, waarbij de kanttekening te plaatsen is dat hij over het algemeen hoger op het veld speelt dan de anderen. De vraag is echter of ze op de meest waardevolle posities aan de bal komen.
Doelgerichter positioneren voor middenvelders
Is er een optimale manier voor een middenvelder om aan de bal te komen? Op basis van duizenden individuele analyses van middenvelders zijn wij tot de volgende inzichten gekomen*:
Wanneer je als middenvelder de bal tussen de linies wil ontvangen en vanuit daar richting de goal wilt handelen zijn de volgende aspecten van belang:
– Afstand: Je afstand ten opzichte van de linies van de tegenstander
– Positie: Je positie ten opzichte van de twee tegenstanders tussen jou en de goal
– Lichaamshouding: Hoe je lichaam is ingedraaid
– Scanning: Je kijkgedrag tijdens het positioneren.
Laten we met deze aspecten in ons achterhoofd kijken hoe de middenvelders van Oranje het positioneren hebben uitgevoerd!
*voor een diepere kijk op het positioneren voor middenvelders: check onze online cursus over de beste positie om de bal te krijgen op het middenveld!
Positioneren van de middenvelders van Oranje
Frenkie de Jong
Frenkie is de enige middenvelder die tot nu toe elke wedstrijd in de basis is gestart. Het ligt dan ook voor de hand dat hij tegen de Verenigde Staten ook start. Hij is ook na Timber en Aké de speler van het Nederlands elftal met de meeste passes per 90 minuten. Laten we kijken wat opvalt in zijn positioneren.
Frenkie laat zich heel vaak uitzakken om de bal te ontvangen. Volgens de FIFA rapporten heeft hij zich tegen Senegal 32 keer, tegen Ecuador 61 keer, en tegen Qatar 46 keer uit laten zakken buiten het blok van de tegenstander om zich aan te bieden. Het is zeker niet zo dat het altijd een slecht idee is om uit te zakken om de bal te krijgen, maar als je al met drie centrale verdedigers speelt is het de vraag of het nodig is.
Zeker op de momenten dat er geen druk is op de centrale verdedigers, kan Frenkie perfect de tijd nemen om juist binnen het blok positie te kiezen. Dan heeft hij, als hij de bal krijgt, nog maar 9 of 8 tegenstanders voor zich in plaats van 11. Vanuit die positie kan hij dan met zijn geweldige dribbels en passes van nog meer waarde zijn richting het doel van de tegenstander, zoals ook te zien is in de filmpjes waarin hij zich wél achter de aanvalslinie van de tegenstander positioneert.
Steven Berghuis
Berghuis speelde alleen in de eerste wedstrijd tegen Senegal in de basis, en is in de andere twee wedstrijden ingevallen. Ook bij Berghuis valt op dat hij verschillende keuzes maakt in het positioneren, met verschillende effecten. Hij heeft ook vaak de neiging om ver in de bal te komen, waardoor hij op één lijn komt met de aanvalslinie van de tegenstander. Het lijkt alsof de middenvelder van Ajax, net als Frenkie de Jong, graag zo snel mogelijk aan de bal wil komen, terwijl dat misschien niet nodig is omdat de ruimtes groot genoeg lijken te zijn en er geen druk op de bal is.
Ook voor Berghuis geldt dat hij op zijn best is als hij richting de goal open kan draaien en al voorbij de eerste linie van de tegenstander is. Je ziet in de video dat hij, op de momenten dat hij scant richting de goal van de tegenstander, een stuk beter positie kiest dan wanneer hij niet heeft gescand. Dan is hij zich ook bewust van zijn goede positie en vraagt hij duidelijker om de bal. Helaas krijgt hij hem op dat moment vaak niet!
Teun Koopmeiners
Enigszins verrassend was het dat Koopmeiners tegen Ecuador op het middenveld mocht beginnen. In het positioneren viel op dat hij actief en bewust bezig was met vooruit kunnen handelen. Het enige probleem: hij kreeg de bal niet op de momenten dat hij goed stond.
Wat in het filmpje van Koopmeiners opvalt, is dat hij iedere keer heel erg bezig is met de ruimte richting de goal van de tegenstander en goed om zich heen kijkt. Omdat hij zo gefocust is, kiest hij automatisch goed positie om die ruimte te kunnen bereiken, mocht hij de bal krijgen.
Marten de Roon
Tegen Qatar mocht Marten de Roon starten op het middenveld. Volgens Louis van Gaal was dat vooral om de uitzakkende spits van Qatar goed op te kunnen vangen. Van De Roon wordt gezegd dat zijn grootste kracht het bewaken van de balans op het middenveld is. In zijn positioneren kan je ook goed zien dat hij in eerste instantie niet altijd bezig is om de bal te ontvangen en vooruit te willen handelen.
Dat zie je bij De Roon vooral aan zijn kijkgedrag. Als de bal bij hem in de buurt begint te komen kijkt hij over het algemeen meer achteruit dan vooruit, waardoor het moeilijk is om te weten waar de ruimtes richting de goal liggen. Dat heeft als gevolg dat hij vaak niet op een positie staat met goede voorwaarden om richting de goal van de tegenstander te spelen.
Davy Klaassen
Davy Klaassen is na Frenkie de Jong de middenvelder met de meeste gespeelde minuten op dit WK tot nu toe. Tegen Ecuador speelde hij vrij hoog op het veld, maar tegen Qatar was hij ook regelmatig lager op het veld te vinden om de opbouw te ondersteunen.
Ook bij Klaassen is de vraag of hij zich bewust is van wat de waarde kan zijn van een optimalere positie.
Conclusie positioneren middenvelders
Uit de bovenstaande video’s blijkt dat er nog genoeg mogelijkheden liggen voor het Nederlands elftal om meer uit het balbezit te halen. Een veelgehoorde verklaring is dat “de veldbezetting” niet goed is, maar wat daar precies mee bedoeld wordt is niet altijd even helder. Door op individueel niveau alle middenvelders te analyseren, wordt duidelijk dat er in het positioneren structureel verschillende (en onbewuste?) keuzes worden gemaakt, die vaak als gevolg hebben dat ze niet of moeilijker richting de goal van de tegenstander kunnen handelen.
Door als middenveld nog bewuster bezig te zijn met de ruimtes binnen het blok van de tegenstander, kan je als elftal vaker en makkelijker door de tegenstander heen spelen, direct richting hun goal. Het is de vraag of het effectief is om als middenvelder buiten het blok uit te zakken als er al drie centrale verdedigers de opbouw verzorgen.
De middenvelders kunnen dit voor elkaar krijgen door zichzelf continu af te vragen: Als ik nu de bal krijg, kan ik dan opendraaien en richting de goal spelen? Als het antwoord ja is, staan ze al goed en hoeven ze niet aan te passen. Als het antwoord nee is, kunnen ze op zoek naar een positie waar dat wel het geval is.
Door als middenvelder deze vragen te stellen in het positioneren, ga je automatisch op zoek naar de relevante informatie om de vraag te beantwoorden. In plaats van dat je alleen maar achteruit kijkt, ga je juist vooruit kijken om te kunnen zien of hij kan opendraaien. In plaats van dat je precies op de lijn van de aanvallers positie kiest, blijf je juist een paar meter verder weg, zodat je niet direct onder druk komt.
Deze focus op doelgericht positie kiezen zou het Nederlands elftal enorm kunnen helpen om de middenvelders op betere plekken te bereiken, en daardoor meer kansen te creëren.
Maar hoe komt de bal dan bij de middenvelders?
Als de middenvelders ook daadwerkelijk de optimale posities tussen de linies gaan innemen, dan is het vooral aan de centrale verdedigers om ze ook te bereiken. Om even duidelijk te maken hoe belangrijk de centrale verdedigers zijn in de opbouw van Nederland: Jurriën Timber, Nathan Aké en Virgil van Dijk versturen per wedstrijd samen gemiddeld 237 passes per wedstrijd. Met dit aantal passes zou Frankrijk al 1 xG bij elkaar hebben gespeeld!
Nathan Aké
De verdediger van Manchester City wordt gezien als één van de lichtpuntjes van het Nederlands elftal dit WK tot nu toe. Verdedigend is hij betrouwbaar, en ook opbouwend draagt hij zeker zijn steentje bij wordt geschreven. Waar hij in de eerste wedstrijd tegen Senegal nog vaak koos voor de pass naar Blind, probeerde hij in de wedstrijden tegen Ecuador en Qatar vaker in te dribbelen om ook de middenvelders te kunnen bereiken. Helaas lag die optie er niet altijd. Soms kwam dat door het positioneren van de middenvelders, maar ook in de uitvoering van zijn dribbel zat verschil met andere gevolgen.
Jurriën Timber
Nadat in de eerste wedstrijd Matthijs de Ligt de voorkeur kreeg op rechts centraal achterin vanwege zijn kopkracht, heeft Timber in de laatste twee wedstrijden in de basis gestaan. Zeker tegen Qatar kon je zien dat hij aan de bal veel kan brengen voor het Nederlands elftal. Hij noteerde in de laatste groepswedstrijd 27 Line Breaks (meeste van iedereen), en 4 Ball Progressions (meeste na Frenkie de Jong (5)).
Bij Timber kwam de waarde van het kiezen van een specifieke richting naar voren, alleen viel bij hem ook op dat de middenvelders en spitsen verschillende keuzes maakten in het positioneren.
Virgil van Dijk
De captain van het Nederlands elftal heeft in de opbouw een iets andere rol dan de twee spelers naast hem. Hij zal niet vaak indribbelen, maar vooral het spel verdelen met zijn passing. In alle wedstrijden tot nu toe gingen de meeste van zijn passes naar de twee centrale verdedigers naast hem. Van alle verdedigers van Oranje noteert hij ook de minste progressieve passes per 90 minuten. Terwijl hij wel een fantastische pass in de benen heeft, waarmee hij diepgaande aanvallers vaker weg zou kunnen sturen. Een belangrijke rol om dit wapen nog vaker te kunnen inzetten is het positioneren.
Je ziet dat Van Dijk regelmatig positie kiest waarbij hij lastiger makkelijk de as of de diepte kan bereiken. Vaak blijven alleen de afspeelmogelijkheden naar Aké en Timber over. Op de momenten dat hij wel in een nulpunt staat, zie je dat hij vaak direct een linie kan uitspelen en het spel kan versnellen.
Kansen creëren
Met de handelingen die we tot nu toe benoemd hebben breng je de middenvelders beter in stelling om meer impact te maken. Maar met positioneren en indribbelen alleen creëer je nog geen kans. Daarvoor hebben we ook nog de spitsen nodig.
Cody Gakpo
Naast Aké wordt ook Gakpo gezien als het andere lichtpunt van het WK tot nu toe. Met drie goals is hij extreem belangrijk geweest voor het Nederlands elftal. Wat opvalt aan zijn spel is hoe vaak hij diepgaat achter de laatste linie van de tegenstander. Tegen Senegal deed hij dit 30 keer, tegen Ecuador 27 keer, en tegen Qatar weer 30 keer. Met name tegen Ecuador was hij hiermee ook erg succesvol, met zijn fraaie goal uit een diepte-loopactie.
Memphis Depay
Hoewel Memphis zich graag in laat zakken om zich aan te bieden, lagen er ook voor hem vaak kansen in de diepte. Die benutte hij echter niet altijd. Het valt op dat als hij positie kiest in de rug van de centrale verdediger aan contrakant, hij loopacties richting de goal kan maken. Door nog bewuster bezig te zijn met positie kiezen voor diepte, zou hij hier nog meer uit kunnen halen.
Gakpo gaat al heel vaak diep, alleen worden zijn loopacties nog maar weinig gezien door teamgenoten. Bij Memphis liggen er ook nog mogelijkheden om vaker positie te kiezen om diep te gaan. Wij denken dat als de opbouw vaker via het midden verloopt zoals hierboven beschreven, het makkelijker wordt om Gakpo en Memphis in de diepte te bereiken. Dat hoeft niet per se via de middenvelders te gaan, soms liggen die mogelijkheden er ook na dribbels van Timber of Aké, of als Van Dijk in een nulpunt staat, zoals in het eerste filmpje van Memphis.
Conclusie
Er ligt dus ruimte om tegen de Verenigde Staten doelgerichter te kunnen spelen om tot meer kansen te komen.
Eén van de grootste aandachtspunten in het creëren van die kansen is het positioneren van de middenvelders. Zij kunnen nog vaker kiezen voor optimalere posities, waardoor ze zelf open kunnen draaien en naar voren kunnen handelen. Heel waardevol bij het positioneren is het kijken en focussen op het kunnen handelen richting het doel van de tegenstander, daardoor zullen ze automatisch beter positie kiezen.
Als de middenvelders verder weg blijven en meer tussen de linies opereren, geeft dat ruimte voor de verdedigers om in te dribbelen, en waardevollere passes te geven. Met Virgil van Dijk, Jurriën Timber en Nathan Aké hebben we drie centrale verdedigers, die naast verdedigen ook bijzonder goed kunnen opbouwen. Zij kunnen perfect gebruik maken van de ruimtes die de middenvelders voor ze creëren.
Met Gakpo hebben we dit WK één van de spelers die in bloedvorm is. Als we zijn diepte-loopacties beter op prijs schatten liggen daar veel mogelijkheden, tegen de Verenigde Staten én alle tegenstanders die daarna komen.